|
|||||||||||||||||
|
Voelt u zich aangesproken bij het zien van mijn beelden, dan spreek ik graag een keer met u over uw activiteiten. Wellicht kan ik u van dienst zijn bij de promotie en/of documentatie ervan.
Een opdracht neem ik aan wanneer dat waar een organisatie voor staat mijn interesse wekt en mij enthousiast en nieuwsgierig maakt. Ik fotografeer op basis van wederzijds vertrouwen. Ik ben één en al oog voor alles wat er om mij heen gebeurd. Ik doe mijn uiterste best het positieve gevoel dat bij een bepaald project hoort zo helder mogelijk om te zetten in beeldmateriaal. Om dit te bewerkstelligen ga ik op zoek naar emoties van mensen die dit gevoel tot uitdrukking brengen of naar elementen in de opbouw van de foto die deze sfeer uitademen. Het respect dat ik anderzijds van mijn opdrachtgever verwacht bestaat er uit dat ik mijn gang kan gaan op het moment dat ik aan het werk ben en niet te veel eisen opgelegd krijg ten aanzien van de manier waarop ik een beeld construeer. Daarentegen mogen er ten aanzien van de inhoud van de foto`s altijd verzoeken ingediend worden. Alleen de manier waarop ik een foto maak van deze inhoud is aan mij.
De foto hieronder vormt een illustratie van deze werkwijze. Nieuwsgierigheid enerzijds en wederzijds vertrouwen anderzijds zijn sleutelwoorden in deze ontmoeting.
Claus van Amsbergstraat 15-10-2005
Op mijn 22ste besluit ik de Bijlmer te gaan verkennen door lens van mijn camera. Op dat moment heb ik van dit deel van Amsterdam niet veel meer gehoord, dan dat er van tijd tot tijd een schietpartij plaatsvindt en dat de honingraat vormige flats grotendeels bewoond worden door gekleurde Nederlanders. Sommigen van hen zouden zich ophouden in de parkeergarages onder de flats om drugs te gebruiken. Naast een viaduct vlakbij winkelcentrum Bijlmerpoort zie ik een man in een oranje t-shirt iets uit een grijze container hengelen. Het contrast van de scene met het nieuwe drukbezochte winkelcentrum spreekt me aan. Het lichaam van de man gaat half schuil in de afvalbak waardoor hij aanvankelijk niet ziet dat ik mijn camera op hem richt. Zodra hij zich terugtrekt en mij ziet staan, begint hij te roepen. Hij wil weten of ik foto`s gemaakt heb. Wanneer ik zeg `ja`, wordt hij pissig `Waarom heb je me daar geen toestemming voor gevraagd?` Met opgeheven borst stapt hij op me af. Hij zwalkt een beetje en daarom, duurt het even voordat hij er is. Het geeft me tijd een inschatting te maken van de situatie. Deze man wekt mijn interesse maar hij kan tegelijkertijd wel gevaarlijk zijn. Hij schijnt immers geïrriteerd door mij. Een voordeel is dat hij iets aan zijn been lijkt te mankeren. In een achtervolging zal ik hem waarschijnlijk gauw te snel af zijn. Ik zorg ervoor dat ik niet met mijn rug tegen een muur kom te staan en besluit nog even af te wachten wat hij me te melden heeft. `Ik zou wel een mes kunnen hebben,’ zegt hij. `Je hebt me kwaad gemaakt. Ik kan je wat aan doen.` Zijn woorden boezemen me niet direct angst in. Ik bedenk "iemand die een mes heeft zegt vast niet dat hij er eentje zou kunnen hebben." De man danst nog wat om mij heen terwijl hij zich beklaagd over mijn brutaliteit. Zijn donkere krullen dansen mee. Zijn ene oog kijkt voortdurend de andere kant op alsof het zich wil wegdraaien voor de gekte in het hoofd van zijn eigenaar. Alsof het wil zeggen: `ik hoor hier niet bij hoor.` Na een tijdje stopt de man zijn relaas en zegt: `Jij bent niet bang he? Ik doe er alles aan om jou bang te maken maar je bent niet bang. Jij hebt lef.` Hij pakt een tak en begint in het laagje zand te schrijven dat over de stoeptegels ligt. Aan de overkant zijn net een aantal nieuwe huizenblokken neergezet. Aan onze voeten lees ik het woord `Papillon`. Ik herken het van de kaft van een van de boeken op mijn vaders boekenplank. `Dat is een goed boek, dat moet jij ook lezen.` zegt de man. Het voelt prettig dat een onbekende mij een boek aanraadt dat door mijn vader ook gewaardeerd wordt. Het voorval neemt mijn laatste twijfel weg over de goede inborst van deze man. Hij praat nog wat verder over het een en het ander en nodigt me vervolgens uit in zijn schuilplaats, onder het viaduct. Een jongere vrouw met geverfde rode haren die zich tijdens onze ontmoeting terzijde heeft gehouden, komt er ook bij zitten. Onder het viaduct is een bescheiden zitplek ingericht. De man stelt zich voor, schudt mij de hand en begint aan de voorbereiding van zijn pijpje. Hij doet iets met een wit poedertje en wat aluminium folie. Ik snap niet precies wat, maar ik vraag niks omdat ik hem liever gewoon fotografeer terwijl hij geconcentreerd bezig is met iets waar hij blijkbaar veel waarde aan hecht. Ik zie het als een intieme bezigheid. Waarom zitten we anders verschuilt onder een autoweg?
De man met de donkere krullen heeft me zijn naam nog gegeven en zijn adres, want hij had een huis. Of in elk geval een postadres. Ik heb de ontmoeting ervaren als zeer prettig. Ik heb het gevoel dat we elkaar in onze waarde lieten. Hij rookte zijn pijpje en ik maakte mijn foto`s, dit alles op basis van wederzijds vertrouwen. |
||||||||||||||||
|